Exsion-Connectie
Om gegevens op te halen uit een Dynamics NAV database moet er eerst een connectie worden aangemaakt.
Connectie maken
De eerste keer dat Exsion wordt gebruikt, zullen er nog geen connecties zijn aangemaakt en kunt u alleen kiezen voor de optie “Nieuwe connectie”.
Na een keuze vanuit dit submenu wordt het volgende scherm getoond:
Door op de knop “Opslaan” te drukken wordt de connectie opgeslagen. Indien een bestaande connectie geopend wordt zal deze met de “Verwijderen” eruit gehaald kunnen worden.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Windows-verificatie | Indien de gebruiker met de Windows login in de database inlogt zal deze optie aangevinkt moeten staan. Wanneer deze optie aan staat kan er geen Gebruikers-ID / Wachtwoord worden ingegeven. |
ID | Het ID van de databaseconnectie is een getal tussen 1 en 9999 en is in alle Exsion functies het eerste argument. Standaard wordt het ID bij elke nieuwe connectie met één verhoogd. |
Gebruikers-ID | Gebruikers-ID van de gebruiker binnen de Dynamics NAV database. |
Wachtwoord | Wachtwoord voor de gebruiker in de Dynamics NAV database |
Server | SQL Server naam (of IP-adres) waarop de Dynamics NAV database is geïnstalleerd. |
Database | De naam van de Dynamics NAV database. |
Tenant | De tenant waarmee u een connectie wilt maken. |
Bedrijf | Het bedrijf waarmee u een connectie wilt maken. |
Netwerktype | Netwerktype dat ingesteld is binnen Dynamics NAV. |
Client | De verwijzing naar de installatiedirectory van de Dynamics NAV client. |
Service | Het serveradres. Bij gebruik van de “Role Tailored Client (RTC)” moet hier de “Server:Portnumber/Instance” worden ingevuld. Voor de “Webclient” moet hier de URL “https://server:portnumber/instance” worden ingevuld. |
©HB Software B.V.